We weten dat je een magneet magnetisch kunt maken door er een magneet er bij te houden. Maar door er met een magneet er over heen te vrijven word hij nog magnetischer. We maakten een ijzeren staafje magnetisch. En door het staafje bij een compas te houden kwamen we er achter dat het staafje een noord en een zuidpool had. Toen we het staafje doormidden hadden geknipt was er nog steeds bij allebij de staafjes een noord en een zuidpool.

conclusie: hoe vaak je een ijzeren staafje ook door midden knipt el blijft een noord en eed zuidpool. Je kunt niet de noord of de zuidpool van en magneet er af knippen. (een magneet komt altijd als een dipool voor nooit als een monopool). De aller klijnste deeltjes in een stuk ijzer heten antomen. als je er met een magneet over heen gaat gaan er een paar deeltje de zelfde kant op staan(daar door word hij magnetisch). Als alle deeltjes de zelfde kant op staan is het een hele sterke magneet. Als je een magneet laat vallen word hij zwakker, hoe vaker je hem laat vallen hoe zwakker hij word. dat komt doordat de magneet valt gaan de deeltjes geschud en gaan allemaal een andere kant op staan.